Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik heb [21]aan de Gemeente [22]geschreven; maar Diotrefes, die onder hen [23]zoekt de eerste te zijn, [24]neemt ons niet aan. 21. Namelijk waarvan Gajus of een leraar, of een voortreffelijk lidmaat was. Wie deze gemeente geweest is, wordt nergens aangewezen. 22. Namelijk aangaande deze zaak, om deze broeders aan hun aan te bevelen. Hoewel wij dezen brief niet hebben, daaruit kan niet besloten worden, dat er iets zou ontbreken aan de volmaaktheid der heilige Schrift; dewijl het maar een brief is geweest van aanbeveling, en zo er iets in dien brief geschreven is geweest ter zaligheid nodig, dat wordt in andere boeken der heilige Schrift genoeg gevonden; en Johannes zelft getuigt dat zijn Evangelie genoegzaam is, om te geloven en zalig te worden; Joh.20:31. 23. Dat is, die uit eergierigheid boven zijn medebroeders zich verheffende, tracht om deze te overheersen en al het gezag aan zich alleen te trekken. 24. Dat is, acht mij, noch mijn schrijven en voorspreken niet.